voor de natuurliefhebbers en wandelaars - Reisverslag uit Washington, D. C., Verenigde Staten van Thea Kokshoorn - WaarBenJij.nu voor de natuurliefhebbers en wandelaars - Reisverslag uit Washington, D. C., Verenigde Staten van Thea Kokshoorn - WaarBenJij.nu

voor de natuurliefhebbers en wandelaars

Door: Thea

Blijf op de hoogte en volg Thea

01 Augustus 2014 | Verenigde Staten, Washington, D. C.

ik had al voorspeld dat jullie dit keer wat langer moesten doen met 't vorige verslag, maar ik maak het nu goed, dus ga er lekker voor zitten, ik heb een hoop te vertellen.

Ik was gebleven bij mijn tussenstop in Kanab om vervolgens door te reizen naar Zion National Park. Daar aangekomen bleken alle camp grounds in de verre omgeving vol te zitten, dus ben ik maar de camping opgereden die het dichtst bij het visitor centre lag en mijn auto daar op een lege plaats neergezet. Echter hoorde ik korte tijd later op de plaats naast mij een Nederlands gezin praatte. En aangezien ik er lichtelijk illegaal stond (er hing een kaartje wat een teken is dat die al bezet was), ben ik maar op dit gezin afgestapt om te vragen of ik ze gezelschap mocht houden. Dit vonden ze geen probleem aangezien er makkelijk twee auto's inclusief tenten enzovoorts op 1 plaats konden staan. Na een gezellig avondmaal met z'n vijven en het klaarmaken van de slaapplaats kregen we in de gaten dat het stel naast ons ook Nederlanders waren. Ik kon gezellig met ze kletsen over Australie en Nieuw Zeeland, want daar kwamen ze vandaan. Ze hadden in totaal 6 maanden om te reizen en gingen bijna naar huis. Na een kop thee met z'n allen was het dan toch echt bedtijd.

De volgende morgen maar gelijk deze plaats voor mezelf gereserveerd zodat ik een plek had voor de komende nacht. Je moet er vroeg bij zijn als je een plek wilt hebben, want op de meeste campgrounds bij de nationale parken geldt: first come, first served. Wat betekend dat degene die er als eerste zijn, een plek hebben, maar zodra er geen plaatsen meer zijn, je iets anders moet zoeken. Je kan deze plekken niet dagen van tevoren reserveren, maar moet verschijnen op de dag zelf (bijtijds) en dan maar hopen dat er nog een plaats is. Je moet gewoon zorgen dat je er voor 16.00 bent om een plaats te hebben. Je vult op een envelop je gegevens in, stopt er geld in (gem. 15 dollar voor een nacht) en scheurt het gedeelte wat je aan het paaltje voor je plek vast moet clippen, eraf. Als er dus een kaartje hangt aan het paaltje, is de plek bezet. Het enige toezicht wat er is, is de ranger die in de late avond de kaartjes weghaalt.

In Zion National Park vervolgens begonnen aan de klim naar Angels Landing via het west rim trial. Dit komt je vast bekend voor Vera. Een pittige klim waarbij het laatste gedeelte bestaat uit klauteren over rotsen met behulp van kettingen en waar je soms nog geen halve meter naast je de afgrond ziet. Deze wandeling is echt af te raden voor mensen met hoogtevrees. Echter voor de mensen die een beetje van mentale en fysieke uitdaging houden, is het een geweldige tocht met een magnifiek uitzicht. Eenmaal boven aangekomen ruim een uur genoten van het uitzicht en van de zon om vervolgens weer af te dalen via dezelfde weg. Het was prachtig, maar ook vermoeiend, dus ik had geen energie meer om nog iets anders te doen.

De woensdagochtend nog besteed aan een wandeling over 't Kenyata trial naar de Emerald Pools en een laatste stop gemaakt bij de 'court of the Patriarchs, drie bergen die vernoemd zijn naar de figuren in de bijbel: Abraham, Isaac en Jacob. Rond lunchtijd de auto ingestapt om naar Bryce National Park te rijden, wat maar ong. 2 uurtjes rijden is vanaf Zion National Park. Dit is een totaal ander park als Zion, en prachtig. Het bestaat niet uit levensgrote en hoge bergen, maar uit een soort pilaren zoals je die in grotten ziet (stalagtieten of stalagmieten?), maar dan vele malen groter en rood van kleur. Het is moeilijk uit te zeggen, maar wederom zeggen foto's meer. Nog voor de avond de Fairy Trial loop gedaan. Het lijkt alsof je door een sprookjeswereld loopt met torens die soms bij elkaar wel op een klein dorp met allemaal kastelen lijken. Het zou zomaar een efteling attractie kunnen zijn. Nog naar een mooie zonsondergang bij het sunset point bekeken om vervolgens de campground op te zoeken waar ik al een plaatsje had gereserveerd toen ik in de late middag arriveerde.

Ondertussen zijn we gearriveerd bij donderdag 17 juli en heb ik deze morgen nog de navajo loop trial gewandeld, wat ook mooi was, maar niets vergeleken met de prachtige wandeling de vorige middag in dit park.
De parken liggen in dit gebied allemaal relatief dicht bij elkaar en was ik in een uurtje later al in Capital Reef National Park.

Alle parken hiervoor (Grand Canyon, Zion en Bryce) zijn zeer populair en sommige trials zijn dan ook erg druk. Capital Reef is echter wat minder bekend en minder druk. De volgende dag dan ook genoten van een heerlijke rustige wandeling over 't Navajo Knobs trial. De paden waren hier niet zo duidelijk gemarkeerd als in de andere parken en je moest je weg vinden middels hoopjes stenen. Maar daar eenmaal aan gewend, ging het voorspoedig en kon ik de heen- en terugweg naar het uitkijkpunt makkelijk vinden.

Het plan was om na een bezoek aan Capital Reef National Park naar Arches National Park te rijden, maar iemand had me gewezen op Goblin Valley, een state park waar een leuke hike door een slot canyon zou moeten zijn. Een slot canyon is een canyon die nauw is en waar ooit water doorheen liep. Dit water is grotendeels weg, maar er zijn wat plaatsen waar nog een laagje staat. Natuurlijk moest ik dit proberen en ben deze uitdaging dan ook aangegaan. Als je de loop (een rondje in plaats van heen en terug over dezelfde route) wilde maken, moest je door twee canyons met daartussen in een stuk dirt road (een onverharde weg). De loop was 8 mile, wat neerkomt op 12.8 km in ongeveer 35 graden. Het heeft me ongeveer 4 uur gekost, maar leuk was het zeker. Inderdaad door soms erg nauwe doorgangen tussen twee wanden in waarbij je tegen de wanden moest oplopen en soms door waterplassen tot boven je knieeen. Mijn schoenen bij deze natte obstakels maar uitgedaan, want ze moeten nog wat langer mee. Ze hadden wel douches op de campground, wat wel erg lekker was na zo'n hike. Ik heb een annual pass, die ik al in Grand Canyon gekocht had, waarmee je alle nationale parken in kan. Dit is een stuk goedkoper dan bij elk park entree betalen als je veel parken bezoekt. Zo'n pas kost 80 dollar, maar die haal ik er zeker uit. Helaas was Goblin een state park en moest ik hier entree betalen. Maar 18 dollar voor entree tot het park en een plaats op de campground is natuurlijk spotgoedkoop.

Na een overnachting in het winderige Goblin Park richting Arches National Park gereden. Daar de zonsondergang gekeken bij de Delicate Arche, de arche die ook op de nummerplaat van de auto's uit Utah afgebeeld staat.
De prachtigste zonsondergang die ik tot nu toe heb gezien en ongelooflijk dat deze Arch een natuurwonder is, zoals die erbij staat.

De volgende morgen nog gewandeld naar de pine tree arch, de tunnel arch, de turret arch en de windows. Allemaal prachtig, maar geen van allen haalt het bij de Delicate Arch qua natuurschoon. De middag doorgereden naar Mesa Verde National Park. Ook dit stond niet op mijn lijstje, maar ook dit was niet zo'n lange afstand (uurtje of vier) en zeker de moeite waard.

Mesa Verde National Park bestaat uit cliff dwellings, dorpen die zijn gebouwd in de groeven van rotswanden. Voor drie cliff dwellings heb je een ticket nodig, omdat je die niet individueel van dichtbij mag bekijken, dus voor twee daarvan maar gelijk een ticket geregeld voor de volgende morgen bij aankomst in het park. Er moest ook nodig eens gewassen worden, dus deze middag daaraan besteedt.

De eerste tour bestond uit een bezoek aan cliff palace, de beroemdste van de cliff dwellings in het park. Ongelooflijk dat mensen daar leefden en hoe ze het gebouwd hebben. Het meest verbazingwekkende is dat mensen de cliff in en uit kwamen door de rotswand te beklimmen en af te dalen. Alles inclusief water moest via de rotswand getransporteerd worden, want in het dal was geen water of grond om gewassen op te verbouwen. Daarna de tour gedaan in het balcony house, wat vooral leuk was, omdat je daar een redelijk hoge ladder op moest en door een tunneltje moest kruipen. Vervolgens naar het Spruce Tree House waar je zelfstandig dichtbij mocht komen. Het is de best bewaarde cliff dwelling in het park. De middag doorgereden naar Durango.

Woensdag 23 juli ben ik van Durango naar Ouray gereden met een stop in Silverton. Durango en Silverton zijn bekend om de trein die tussen de twee dorpen rijdt. Vroeger werd deze verbinding gebruikt voor de mijnindustrie en tegenwoordig rijdt er een oude stoomlocomotief uit deze tijd tussen deze twee steden als toeristische attractie. Praktisch naast het spoor loopt echter ook een weg die je door de prachtige landschappen naar 1 van de steden brengt. Ik zag tijdens deze scenic route weer eens het groen van naaldbossen in plaats van grijze rotsen. Dat was een leuke afwisseling. In Silverton een bezoek gebracht aan het plaatselijke museum over de mijnen en het leven destijds, de bijbehorende gerestaureerde gevangenis en de mayflower gold mill, een oude grote mijninstallatie die nu dient als museum.

In Ouray dacht ik naar de hot springs te gaan, maar aangezien de camping die buiten het dorp lag, een eigen hot tub had, heb ik daar maar gebruik van gemaakt voordat ik mijn slaapzak weer in kroop.

Donderdag 24 juli bestond uit een autorit van een uurtje of 8 en ongeveer 800 kilometer naar Cedar City.

Vrijdag richting Yosemite National Park gereden via Death Valley National Park. Ik dacht dat ik ondertussen gewend was aan de warmte, maar de warmte die ik tot nu toe gevoeld heb, is niets vergeleken bij de temperaturen in Death Valley. Geen wonder dat ze het Death Valley noemen, want het was er 125 fahrenheit, wat neerkomt op zo'n 52 graden. In het park staat Scotty's Palace, een huis wat inderdaad op een paleis lijkt. Dit heeft Scotty (zo heettte hij echt) daar laten bouwen en heeft daar geleefd ergens in de 18e eeuw omdat hij de natuur zo ongelooflijk mooi vond. Ik begrijp dat niet helemaal, want er valt niets anders te zien als woestijn, maar hij wel, en omdat hij wat geld had, heeft er maar gelijk een paleis neergezet. Helaas was het wel jammer dat ze bijna gingen sluiten en ik dus alleen maar even gauw wat foto's kon nemen voordat ze het hek sloten. En toen weer een halfuur terug door de hitte. Het was een ervaring om erdoor heen te rijden, maar ik was blij dat ik het park uit was toen ik een slaapplaats opzocht die koeler was.

Onderweg naar Yosemite National Park gestopt bij het mono lake. Een prachtig meer waarin je een weerkaatsing in het water ziet van de bergen eromheen met daarin tofu's. Tofu's zijn gevormd door zout water en erosie die zichtbaar zijn door de schrikbarende daling van het waterniveau de afgelopen 50 jaar. Het meer was lange tijd de watervoorziening voor steden als Los Angeles en Las Vegas. Men is het aan het proberen te herstellen, maar dat gaat natuurlijk ontzettend traag. Het voordeel is wel dat het prachtige plaatjes oplevert. Ook nog even naar de paunam krater geweest die er praktisch naast ligt. Er in en doorheen lopen geeft een beetje het gevoel dat je Frodo bent uit Lord of the Rings. S'avonds een motel opgezocht in Groveland, een plaatsje ten westen van het park. Daar ben ik aan de praat geraakt met een Fransman waarmee ik nog een drankje gedronken heb in de plaatselijke pub op aanraden van de eigenaar van het motel die ons vertelde dat er live muziek was deze avond. Er speelde inderdaad een bandje en het was gezellig, maar na 1 wijntje was ik doodop en ben ik terug gegaan naar het hostel. De Fransman heb ik achtergelaten en niet meer gezien. Maar hij heeft zich vast wel gered, want hij was al aan de praat geraakt met een local toen ik wegging.

Op zondag 27 juli op tijd de auto ingestapt om naar het visitor centre te rijden met de bedoeling om nog een parkeerplaats te hebben. Het was er de vorige dag al zo druk dat je moest vechten om een parkeerplekje. Helaas kwam ik van een koude kermis thuis, omdat ze me bij de ingang vertelden dat ik 96 miles (ong. 158 kilometer) om moest rijden, omdat de snelste weg richting visitor centre, de higway 120 die dwars door het park loopt dicht was door bosbranden. Deze bosbranden worden aangestoken en onder controle gehouden door de park rangers. Men doet dit om de bossen gezond te houden. Ik weet niet meer wat het precies was, maar als ze dat niet doen, wordt de groei van de bestaande bomen tegengehouden door groei van nieuwe bomen of zoiets.
Nu zou je denken dat je 158 kilometer wel in een uurtje of 2 maximaal aflegt. In Nederland waarschijnlijk wel, maar hier zijn de highways in dit gebied wegen met scherpe bochten langs kliffen en door bergpassen, waardoor deze omweg me ongeveer 4 uur heeft gekost. Voordeel was wel weer dat ik langs het hostel kwam wat ik voor de komende 3 nachten had geboekt, zodat ik gelijk even alvast in kon checken en gebruik kon maken van de keuken. In de keuken maakte ik kennis met Josie, een Australische meid van 28 die na een praatje vertelde dat ze de bus ging halen naar het park. Ik ging ook die kant op met de auto en heb haar een lift aangeboden. Samen dus naar het park gereden en wat gewandeld. Samen pannekoeken gegeten en ik heb haar een wentelteefje laten proeven, die wel smaakte.

De volgende dag zijn Josie en ik naar Wawona gereden, het gedeelte van het Yosemite National Park waar de grote bomen (seqouia's) staan waar ik het park van kende. Een mooie wandeling van een paar uur door het bos waarbij we onder andere de grizzly giant, de telescoop tree, de tunnel tree enz. van dichtbij bekeken hebben.

Dinsdag 29 juli heb ik na een ontbijt en een skype gesprek met mam en Rudy, afscheid genomen van Josie, die verder reisde, en ben naar Yosemite Valley gereden. Want naast de grote bomen, bestaat het park ook uit waterfallen en meren. Een tocht gemaakt naar de Vernall fall en de Nevada fall gemaakt, om terug in het hostel de auto schoon te maken.
Dat duurde even want de afgelopen weken heb ik uit de auto geleefd, maar uiteindelijk had ik alles weer in 1 tas.

Woensdag op tijd eruit omdat ik om 11.00 de auto in moest leveren in San Fransisco en het nog ongeveer 3.5 uur rijden was van het hostel naar San Fransisco. Na zonder problemen de auto ingeleverd te hebben, om 13.10 naar de andere kant van het land, Washington gevlogen, waar ik jullie de volgende keer meer over vertel.

Wat heb ik de afgelopen 4 weken aan afstanden afgelegd, wat heb ik getankt:

Afgelegd: ong. 4.500 miles = 7.200 kilometer.
Brandstof verbruikt: 107 gallon = 408 liter.

1 mile = 1.6 kilometer
1 gallon = 3.8 liter

Gemiddelde prijs per gallon = 4 dollar

Iemand die goed is in wiskunde, zou kunnen uitrekenen, wat ik ongeveer per liter heb betaald. Als je dat wil weten en het antwoord weet, laat het mij dan ook weten, ik heb nu geen fut om het uit te rekenen.

Zo, dat was me een verhaal. Nu is het tijd voor wat stedentrips langs de oostkust zoals Washington waar ik nu zit, New York, Boston en Toronto in Canada. Na een bezoek aan Toronto en de Niagra Falls heb ik nog geen plan. Maar tegen die tijd ben ik weer bij jullie geweest en kunnen jullie weer smullen van mijn verhalen.

See you later.










  • 07 Augustus 2014 - 21:02

    Mam:

    Ha lieve, stoere Thea!! Wat maak je weer mee!! ben erg benieuwd naar nog meer foto~s, maar je maakt vast weer zo-n mooi boek. Erg blij met je lange verhaal, en door al die hitte zag ik dat je al een lekker kleurtje hebt! wat is een rosti?? ijs??
    hier alles z'"n gangetje, alweer bijna vergeten dat we vakantie hadden. maar wwekje Oostenrijk is niet te vergeljken met jouw reis.
    heel heel veel plezier nog, ik gun je dat alles wat je nog vam plan bent gaat passen in je schema!
    Dikke knuffel van ons: doeiiiiiiiiiiiiiiii

  • 08 Augustus 2014 - 09:03

    Vera:

    Ha die Thea,

    Leuk om weer van je te horen!
    Ik zie een hoop bekende foto's!!! Mooi. Zeker de Agels Landing heb je er goed op staan.
    Fijn dat het zonnetje scheen toen je bovenop de berg de foto's nam.
    Arches ziet er ook super uit, dit hebben wij niet gedaan, omdat het voor ons uit de route lag. Maar ook zeker de moeite waard!!! Alle kleuren veranderen, afhankelijk van wanneer op de dag je er bent. Ongelofelijk mooi!
    Death Valley is inderdaad Heet (met een hoofdletter H ;-))
    Je hebt al heel wat parken gezien, erg goed!!!!

    Je betaalt €0,78 euro per liter. Dus dat is ongeveer de helft goedkoper dan in NL.
    Dat is dan weer een meevaller, he?

    En dan nu ook nog de Niagara Falls op het programma staan! Super! En natuurlijk een boel steden aan de oostkust. Ik ben benieuwd wat je verder nog gaat meemaken....
    Hopelijk maak je nog veel mee en heb je het goed naar je zin!!!!

    Greetz Vera

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Thea

Actief sinds 29 April 2011
Verslag gelezen: 267
Totaal aantal bezoekers 42337

Voorgaande reizen:

18 September 2018 - 05 Oktober 2018

Peru

18 December 2017 - 24 Januari 2018

Australie en Vietnam

29 Juni 2014 - 30 Augustus 2014

Amerika

14 Juni 2011 - 08 December 2011

Mijn bacpack avontuur

Landen bezocht: